Zie jij Fledermaus Forever als een ode aan de traditie? Of net een ode aan de vernieuwing?
— Het is zeker een ode aan de traditie, want de originele Die Fledermaus is iets wat je in Wenen elk jaar moet gaan zien. We willen ons publiek echt laten voelen wat het betekent om dezelfde voorstelling keer op keer te gaan bekijken. Alleen doen wij dat hier acht keer op een avond.
En dat is dan ineens jullie vernieuwende jasje voor Die Fledermaus?
— Klopt. Natuurlijk spelen we de integrale voorstelling geen acht keer. In het begin denkt iedereen misschien wel ‘jongens, niet weer’, maar we doen daar uiteraard iets mee: we verwisselen onderling van rol, we steken er variatie in, je krijgt eens een blik achter de schermen… Dus je krijgt het traditionele mee van de originele operette, maar je krijgt ook het menselijke verhaal van het gezelschap en er zijn voor elkaar.
Voor mij is het eigenlijk misschien wel nog meer een ode aan de vriendschap. Want je zit met een groep van acht mensen die zogenaamd al jaren samen rondreizen met de operette Die Fledermaus. En onze sopraan wordt plots gevraagd om elders te gaan zingen. We zijn dus als groep iemand kwijt en we moeten dat opvangen onder elkaar.
![](/file/imagecache/UShUHU275LUOpasOfJh2ttgoVa7Ci7AVZnmNwM143d/content/70330ce1-f2ff-47fe-b556-1b412f7ae7e2/2848.jpg)
![](/file/imagecache/3z4Dc0ga99pqsNAfq3Q9nLagWbYxOJRNbmXI43d/content/be6b58f5-42b4-47bf-adea-b4d03718f5ab/2849.jpg)
‘Blijven spelen, blijven feesten’, is volgens jullie aankondigingstekst de leuze van het hele spel.
— Ja, als we samen spelen dan moeten we samenblijven… dat is misschien de essentie van spelen in het algemeen. Gewoon doorgaan. Hier ook letterlijk, omdat we het acht keer willen spelen. Maar hier moet de groep ook samen blijven en elkaar steunen. Mensen zijn belangrijk voor elkaar.
Zouden ze in Wenen met deze versie kunnen lachen? Of beter: zou deze versie ooit in Wenen kunnen opgevoerd worden?
— Dat weet ik niet. Ik vrees ervoor (lacht). Maar waarom niet eigenlijk? Schrijver-regisseur Tom Goossens heeft het enorme talent om een klassieker om te vormen tot iets wat toegankelijk wordt voor iedereen. Een opera of een operette wordt zeer geapprecieerd door een bepaald publiek, maar Tom doet er iets extra mee waardoor het nog wat meer in waarde stijgt. Je krijgt én mooie zang én goed gespeelde scènes én heel veel verkleedpartijen en decorwissels. Het is een volledig pakket.
Hoe moeilijk is het om in theater te blijven vernieuwen?
— Ik heb het onlangs nog gezegd aan mijn studenten in het RITCS: het is niet omdat je al meer dan dertig jaar speelt, dat je weet hoe het moet. Het is iedere keer opnieuw broeden op dezelfde vraag: wat willen we nu eigenlijk vertellen? En dan moet je weer op zoek naar de sleutels die je nodig hebt om het te spelen. Dus in die zin zijn we altijd vernieuwend bezig. Altijd.
Heb je zelf in je professionele leven het gevoel gehad dat je vastzat in een sleur of vastzat in een traditie?
— Ik krijg de kans niet om in een sleur te geraken, want elke opdracht is zo anders. Waar ik wel al mee heb vastgezeten is als ik niet meteen vind hoe ik iets juist moet spelen. Totdat ik dan de sleutel vind, dat kan een pruik zijn, een kostuum, iets in mijn stem… en dan ben ik vertrokken.
Heb jij zelf nood aan die afwisseling? Is dat de reden dat je bijvoorbeeld geen soap-acteur bent geworden?
— Ik heb gewoon de kans nog niet gekregen om soap-acteur te worden! Ik wil dat wel doen, maar ze moeten mij dan wel eerst eens bellen(lacht). In de Gloria en de rubriek De Vaneigens in Man Bijt Hond hebben wel enkele jaren gespeeld. Maar dat was zeker geen sleur. Nooit geweest. Ik heb het dus nog niet moeten ervaren. Ik vond dat alleen maar plezant, want het zorgde er ook vaak ook voor dan het mensen naar theater lokte, omdat ze de Mammie van Vaneigens wel eens aan het werk wilden zien.
Zijn er binnen het theater heilige huisjes waar je niet mag tegen schoppen als je vernieuwend wilt zijn? Of mag alles aangepakt worden?
— Als je er respectvol mee omgaat, dan denk ik dat er veel kan. Met mijn studenten ging ik ooit op zoek naar het absurde en het komische binnen het werk van Shakespeare. Als je daar iets mee doet lijkt het misschien alsof je tegen de schenen schopt, maar Shakespeare schopte zélf tegen schenen. Hij had binnen zijn teksten commentaar op hoe het land bestuurd werd, over dingen in de actualiteit, al zijn die zaken in vertalingen vaak vlakker geworden.
Als je de inhoud en de essentie van een tekst echt begrijpt, dan denk ik dat je daar wel altijd mee aan de slag mag gaan. Ik heb zelf alleszins nog nooit de reactie gekregen ‘wat je met dit stuk gedaan hebt, is veel te modern’. Mensen staan daar wel voor open. Goed, hè?
![](/file/imagecache/MBzbJi82IohuWKwPgTfhPcYurU5hfpQH2fUSatf9DU3d/content/f0c48d11-79d2-4af0-bbd8-76774b2bdc38/2850.jpg)
![](/file/imagecache/jchO40mN43tKWmb3ZK0dg0OexwVm8rKbsmK4SA0Z3k3d/content/57c2d417-1c8e-42b3-9fab-3e2134ed3f9d/2851.jpg)
Voel jij je als theatermaker verantwoordelijk om tradities mee in ere te houden?
— Ik vind niet dat er bepaalde klassiekers per se moeten blijven gespeeld worden of zo. Maar op klassiekers zoals De Meeuw van Tsjechov, daar komt volk op af. Een goeie klassieker, een goed verhaal, dat blijft werken. Ik voel me niet verantwoordelijk voor het behoud ervan, maar ik vind het wel belangrijk dat goeie stukken niet vergeten worden. Maar een klassieker is geen garantie voor goed theater. Je moet het gewoon goed spelen. Het is niet omdat je Hamlet speelt dat je per se een goede voorstelling hebt.
Kijk je daar nu anders naar dan toen je beginnend acteur was?
— Ik denk dat wij sowieso makkelijker in contact kwamen met klassiekers dan nu. Op mijn kot had ik een tv’tje met 2 posten, dat was het. En we kregen de opdracht op naar de bibliotheek alles van Tsjechov te halen en elke week een stuk van Shakespeare te lezen. Wij hadden gewoon minder afleiding. Nu zijn er zoveel prikkels die constant binnenkomen. Ik maak me er ook schuldig aan hoor! ‘Oh, dat zoek ik snel even op.’ Of 20 minuten door reels scrollen, terwijl je denkt dat het er 5 waren… In die zin is er veel veranderd.
Is theater een van de laatste plekken waar je prikkelvrij iets kan meemaken?
— Eigenlijk wel. En in de filmzaal misschien ook nog. En daarom moet het ook echt per se blijven bestaan. Als je daar met eender wie over spreekt dan is de reactie altijd: ‘het feit dat dat op het moment gebeurt, dat ik een acteur op dat moment zie, dat die zich verspreekt of de slappe lach krijgt of de interactie aangaat met het publiek… dat mag echt niet verloren gaan’. Theater verbindt mensen en het geeft troost, dat hoor ik regelmatig na een voorstelling.
Laat het een pleidooi zijn aan iedereen van 7 tot 77 om naar Fledermaus Forever te komen kijken! Ze gaan daar veel plezier aan hebben. En zeker in Bornem, want hier speel ik heel graag (lacht).
Tania Van der Sanden
- Wilrijk, °1962
- Studeerde in 1984 af aan het Conservatorium van Antwerpen
- Bekend van tv in o.a. In de gloria, Het Eiland, De Ronde, Man bijt hond…
- Was actief bij een indrukwekkende lijst van theatergezelschappen: NTGent, KVS, Theater Malpertuis, De Roovers, Abattoir Fermé, Studio Orka…
- Docent Spel aan het RITCS Brussel en het KASK Gent.