Interview - Olivier De Sagazan

De wereld van
Franse schilder, beeldhouwer en performer Oliver de Sagazan duikt overal ter wereld op. Bioloog van opleiding, ontwikkelde hij de voorbije 25 jaar een veelzijdig oeuvre. In maart brengt hij zijn fascinerende performance Transfiguration in Ter Dilft.

- Uit Ter Dilft Magazine, januari 2022 -

Je bent geboren in Congo-Brazzaville. Heeft dit jou beïnvloed?

 Veel kan ik niet zeggen over mijn jeugd in Congo, want als driejarige keerde ik al terug naar Frankrijk (lacht). Na mijn studies biologie, ging ik voor mijn burgerdienst wel nog terug naar Centraal-Afrika: ik werkte 2 jaar in Kameroen. Deze periodes in mijn leven hebben mij onmiskenbaar getekend, wat je zeker in mijn beeldhouwwerk merkt. Ik heb altijd het gevoel gehad dat ik tribale Kongo- of Teke-beelden maakte zonder het te weten.

Het mooiste aan primitieve kunst is dat er geen grens is tussen kunst en leven. Als ze bijvoorbeeld stukken van een overledene in de buik van een beeldhouwwerk stoppen, is dat niet omwille van het esthetische, maar omwille van het spirituele. Termen zoals kunstenaar en schoonheid bestaan niet in primitieve samenlevingen. Het zijn vooral de westerse samenlevingen die deze woorden hebben gecreëerd. Als ik op het podium mijn gezicht met klei transformeer, vertel ik geen verhaal, maar vertel ik over mijn zoektocht om te begrijpen wie ik ben.

Wat me ook fascineert aan Afrikaanse kunst is de aanwezigheid van het materiaal en wat het bij de toeschouwer automatisch oproept en suggereert. Materialen zoals hout, klei, as, bloed, gebladerte, beenderen, haren, schelpen... al deze elementen zijn de echo van de natuur die ons omringt, ons vormt en ons draagt.

Ben je een bioloog die kunstenaar werd of een kunstenaar die biologie studeerde?

Ik ben biologie beginnen studeren omdat ik het mysterie van organisch leven wilde begrijpen. Maar biologisch onderzoek vervalt heel snel in specialisatie, terwijl ik een globale visie op het leven zocht. Toen ik de schilderkunst ontdekte, en die van Rembrandt in het bijzonder, realiseerde ik me dat je ook op die manier naar levende wezens kan kijken en hen bevragen. Mijn ogen blijven die van een bioloog, maar mijn handen zijn die van een beeldhouwer geworden.

Transfiguration, jouw eerste performance, dateert uit 1998?

Transfiguration is inderdaad meer dan 20 jaar geleden gemaakt, maar blijft voor mij nog steeds zeer relevant. Ik probeerde toen wanhopig meer leven te geven aan een beeldhouwwerk. Uiteindelijk besloot ik mijn lichaam onder te dompelen in het materiaal dat ik gebruikte om mijn beelden te maken. Zo wou ik zeker zijn dat er leven in mijn beeldhouwwerk zou komen. Ik had bovendien het idee om dit experiment in mijn atelier te filmen. Het resultaat blies me omver. Je zag primitieve maskers, maar ook misvormde gezichten zoals bij Francis Bacon. Hoe kon ik zulke krachtige maskers maken zonder effectief te zien wat ik doe? Het toevallige, het blind werken is één van de sleutels tot deze performance. En zo blijft elke voorstelling opnieuw een eerste keer.

Ik vergelijk mezelf tijdens de performance soms met een hond die opgewonden door de geur van wild alsmaar fanatieker in de aarde begint te graven. Door mezelf met klei en hooi steeds andere maskers aan te meten, graaf ik dieper in mezelf, trek ik me meer terug. Anderzijds verberg ik me ook steeds meer. Dat is eigen aan het dragen van maskers: zodra je je gelaat verbergt, ben je vrij om meer jezelf te zijn, om dingen te doen die je ongemaskerd niet zou doen. Door je te verbergen, toon je jezelf.

Is het werken met klei en hooi symbolisch?

 De keuze van het materiaal waar ik mee werk is heel belangrijk en bepalend. De laatste 5 à 6 jaar heb ik een techniek ontdekt, gebaseerd op een mengsel van klei, hout en gras. Deze zachte mortel is een fascinerend materiaal dat onmiddellijk een textuur geeft die lijkt op de menselijke huid.

Ik ben er ook van overtuigd dat dit materiaal niet inert is, maar een vorm van reactiviteit of leven in zich draagt die het op natuurlijke wijze in het werk overbrengt. Net deze relatie tussen de materiële wereld, mijn lichaam en mijn werk fascineert me.

Dit materiaal sluit ook aan bij het belang dat ik als artiest hecht aan het lichamelijke, het tactiele, de waarde van de aanraking. Het leven start voor mij met aanrakingen, het contact. En zeker in onze huidige maatschappij van afstand, minimale aanrakingen en mondmaskers wil ik echt dat vitale belang van contact en aanraking blijven benadrukken.

Ik las in een recensie: ‘Transfiguration is een van de meest originele en ongelooflijke dingen die je waarschijnlijk ooit zal zien, maar dat betekent niet dat je er zal van houden’.

 Na de performance bevindt het publiek zich vaak in een moeilijk te beschrijven emotie. Het is geen show met een verhaal, het is gewoon een man die een reeks maskers op zijn gezicht aanbrengt. Hij lijkt altijd ontevreden en herbegint tot hij uitgeput is. Zowel de wanhopige zoektocht om hét masker te vinden als alle vreemde en fascinerende maskers die telkens opduiken, maken van deze voorstelling iets indrukwekkends. Mensen worden geraakt en dat bevalt me.

 Ik ben altijd op zoek naar beelden die mensen ervan bewust maken dat er onder een ‘normaal gezicht’ een veelheid aan andere gezichten schuilgaat, onverwacht en verontrustend.

Bio:

  • Olivier de Sagazan
  • °1959
  • Frans bioloog, kunstenaar, schilder, beeldhouwer, performer en schrijver.
  • Woont en werkt in Saint-Nazaire, Frankrijk
  • Werkt(e) samen met o.a. FKA Twigs, Mylène Farmer, Wim Vandekeybus, Ron Fricke (film Koyaanisqatsi), Gareth Pugh en Nick Knight.
  • Bracht zijn bekendste performance Transfiguration (1998) al meer dan 300 keer in minstens 25 verschillende landen
Naar top