Een groot deel van J. S. Bachs instrumentale oeuvre kwam tot stand tijdens zijn verblijf aan het hof van Köthen (1717-1723). Hij schreef er veel van zijn fluitcomposities. Bachs broodheer, prins Leopold van Anhalt-Köthen, speelde klavecimbel, viool en viola da gamba. Er ontstond een hechte vriendschap tussen beiden. We horen composities die dateren uit deze Köthener Zeit. De zes partitas voor klavecimbel, dateren uit de periode waarin Bach werkte als Cantor te Leipzig (1725 – 1731).
We zagen Frank Theuns al eerder aan het werk, o.a. met Les Buffardins. Hij heeft een uitgesproken interesse voor historische instrumenten, wat hem al vanaf zeer jonge leeftijd leidde tot het bespelen van de traverso en de blokfluit. Naast Frank staat de getalenteerde klavecinist Bertrand Cuiller op het podium.
Aperitief na het concert
Wanneer
-
zo 02 februari 2020van 11 uur tot 12.30 uur
Waar
- naam
- Kasteel d'Ursel
- adres
- Wolfgang d'Urselstraat 92880 Bornem